
Lengte 4-6 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Eén van de vele voornamelijk zwart gekleurde, kleine wilgengalbladwespen (niet afgebeeld). -Voorkomen- Algemeen bij bosranden en wilgenbosjes. -Levenswijze- De larven ontwikkelen zich solitair in rode, boonvormige gallen (244 5 g), die lichter zijn op schiet- dan op kraakwilg. Verpopping in de grond.
Gevonden op
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=insecten&id=745&menuentr

Lengte 4-6 mm, mei-augustus. -Kenmerken- Eén van de vele voornamelijk zwart gekleurde, kleine wilgengalbladwespen (niet afgebeeld). -Voorkomen- Algemeen bij bosranden en wilgenbosjes. -Levenswijze- De larven ontwikkelen zich solitair in rode, boonvormige gallen (244 5 g), die lichter zijn op schiet- dan op kraakwilg. Verpopping in de grond.
Gevonden op
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=insecten&id=745&menuentr
Geen exacte overeenkomst gevonden.